J. Spoel, J.D. Steuerwald, 1866

Johannes Antonius van der Ven

's-Hertogenbosch 17 augustus 1799 - De Mortel (Gemert) 12 juli 1866 (66)

Archief
Encyclopedie van Noord-Brabant

Johannes Antonius van der Ven

240
Encyclopedie van Noord-Brabant 4 (1986) 240
Genealogie
Peeters

Johannes Antonius van der Ven

95
Noten
162.P.K. van Daalen, Nederlandse beeldhouwers in de negentiende eeuw, 's-Gravenhage 1957, 140-152; Scheen 1981, 538; Peeters 1973, 133; Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant 17 juli 1866; in de Catalogus ‘Naar gothieken kunstzin’: Thoben, 60-61 en over Jan Toon van der Ven ook 104 en 119.
C. Peeters, De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 95
Scheen

Ven, Johannes Antonius van der

486
Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950 2 ('s-Gravenhage 1970) 347
Artikelen
1841

Redactie

Z.M. heeft den Noord-Nederlandschen beeldhouwer van der Ven, van wien thans twee kunstwerken in de Teekenakademie zijn ten toon gesteld, tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd, en met zijne gewone welwillendheid, dien verdienstelijken kunstenaar het eereteeken dezer orde zelf ter hand heeft gesteld.
Redactie | Dagblad van 's-Gravenhage woensdag 29 december 1841 | 2
 
1841

Binnenlandsche Berigten

De Heer J.A. van der Ven, geboortig van 's Hertogenbosch, die in 1830, te Antwerpen, den grooten prijs in het vak der beeldhouwkunst behaald en zich vervolgens als Nederlandsch kweekeling naar Rome begeeft heeft, waar hij tot dus verre zijn verblijf hield, heeft sedert korten tijd, in het akademisch gebouw aan den Boschkant alhier, ten voordele der algemeene armen, ten toon gesteld een Christusbeeld met de doornenkroon, uit statuarisch marmer vervaardigd, alsmede het afgietsel eener groep, Eva voorstellende op het oogenblik dat de booze geest haar de verboden vrucht aanbiedt, van welke laatste het origineel, mede uit wit marmer gebeiteld, in het bezit is van een aanzienlijk Pruissisch kunstminnaar. Beide beelden hebben elders de boevoegde regters er den hoogsten lof aan toe.
De aandacht op deze kunststukken vestigende, is voor vaderlandsch gevoel het uitzigt tevens verblijdend, dat door de roem van Nederland, in dit gedeelte der schoone kunsten, door den heer van der Van, naast den hoogst bekwamen Royer, waardiglijk zal worden staande gehouden; en de eer, den heer van der Ven te beurt gevallen, van het ridderkruis der orde van den Nederlandsche Leeuw uit handen van Zijne Majesteit den Koning te ontvangen, kort nadat het Koninklijk gezin de door hem ten toon gestelde voorwerpen bezigtigd had, zal voorzeker voor den kunstenaar de streelendste voldoening en tevens een spoorslag zijn, om onvermoeid werkzaam te wezen ter eere van het Vaderland.
Redactie | Nederlandsche staatscourant donderdag 30 december 1841 | 2
 
1957

P.K. van Daalen

Nederlandse beeldhouwers in de negentiende eeuw
Nijhoff ('s-Gravenhage 1957)
 
1975

Thom Brouns

Johannes Antonius van der Ven
s.n. (s.l. 1975)
 
1987

Maureen Trappeniers

J.B. Vieillevoye. Portret van J.A. van der Ven
Noordbrabants Museum Nieuws 10 (1987) 2-3
 
1994

Ruud Ringers

Heimwee naar de klassieken
Waanders Uitgevers, Zwolle / Noordbrabants Museum 's-Hertogenbosch (1994) 130-140
 
1995

Ton Thelen

De piëta in de Mortelse kerk. J.A. van der Ven (1799-1866) kunstenaar in Overgangstijd
Gemerts Heem 1 (1995) 20-30
 
2016

Kunsthistoricus blaast het stof van kunstenaar Johannes van der Ven

De Amsterdamse kunsthistoricus Rolf Laimböck blaast het stof van de vergeten, 150 jaar geleden overleden Bossche beeldhouwer Johannes van der Ven. „Ik zocht een beeldhouwer waar niet veel over bekend was.”
Gerrit van den Hoven | Brabants Dagblad donderdag 18 augustus 2016 | 11
 
Kunstafbeeldingen

Portret van J.A. van der Ven, 1828

Joseph Barthélémy Vieillevoye (Verviers 1788-1855 Luik)
olieverf op doek, 93.5 x 80.0 cm

Het schilderij toont Van der Ven op 29-jarige leeftijd, terwijl hij een buste in klei aan het modelleren is van de schilder Joseph Barthélemy Vieillevoye. Van der Ven stond tijdens het cursusjaar 1927/1928 voor de tweede maal ingeschreven aan de Antwerpse Academie 'voor lessen in boetseren naar levend model'.
Het Noordbrabants Museum (inv.nr. 00844)
Literatuur en bronnenpublicaties

Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 190-197

Hanneke Das-Horsmeier, Begraven in Vught : De Algemene begraafplaats 1830-1980 en gebruiken rondom overlijden en begraven in Vught (1985) 58, F59, 60

H.F.J.M. van den Eerenbeemt en L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd (1960) 218, 219

Encyclopedie van Noord-Brabant 4 (1986) 240

Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 25, 28, 160

Th.G.A. Hoogbergen, Brabantse Monumenten Leven (1996) 200-201

Charles de Mooij en Paul Kokke, De Muze als Motor : Beeldende kunst en de ontwikkeling van het moderne Brabant, 1796-1940 (1996) 65, 66, 68, 70, 116, 117, 118, 119

C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 87

Pieter A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstnaars 1750-1950 M-Z (1970) 486

J.M.M. van der Vaart, Inventarisatie Algemene Begraafplaats Vught (2010) 446

Chris Will, Noordbrabants Museum Bezoekersgids (1987) 61, 115

n: vermelding in een voetnoot